Schilderijen kunnen door de jaren heen ernstig vervuild of beschadigd raken. Ze krijgen te maken met de inwerking van licht, vocht en verschillende temperatuursverschillen. Ze hangen in ruimtes waar gekookt of gerookt wordt of waar veel stof neerslaat. Dit zorgt ervoor dat er een doffe waas over het schilderij komt. Schilderijen kunnen ook te maken hebben met vergeelde en verouderde vernislagen, met calamiteiten zoals brand- en waterschade of ongelukken tijdens transport en verhuizingen.
Kortom; er zijn veel factoren die de kwaliteit van een schilderij kunnen beïnvloeden.
Hieronder zijn een aantal voorbeelden met foto's ter verduidelijking.
Het is soms overbodig de huidige vernislaag te verwijderen. Vaak doet een oppervlaktereiniging al voldoende voor het beeld van het schilderij.
Op de eerste foto is het verschil te zien tussen een oppervlakte reiniging voor en na het verwijderen van de nicotine laag. Op de tweede foto ziet u het resultaat na het verwijderen van de
vernislaag.
Een vergeelde vernislaag kan een storende factor zijn voor het totaalbeeld van het schilderij.
Na een vernisafname is er meer diepgang in het schilderij. De kleuren van het schilderij zijn helder en fris, zoals de kunstenaar het ooit had bedoeld. Door een aantal verschillende testen
te nemen kom ik achter de juiste manier om de vernislaag te verwijderen.
Nadat de vernislaag verwijderd is, zal er een nieuwe en beschermende vernis aangebracht worden.
Op de foto is het verschil te zien tussen voor en na een vernisverwijdering.
Beschadigingen aan het doek of paneel in de vorm van scheuren en krassen of misschien wel een oude restauratie die tijdens de vernisafname weer zichtbaar is geworden, kunnen door het aanbrengen
van retouches zo goed als onzichtbaar gemaakt worden.
Op de foto 's ziet u het resultaat na het opvullen, egaliseren en retoucheren van de beschadigde plekken.
Tijdens een vernisafname worden vaak de oudere retouches van vorige restauraties mee genomen. In sommige gevallen komt het voor dat er meer is overgeschilderd dan dat nodig was en dan is het een
aangename verrassing dat bepaalde kenmerken van de kunstenaar weer terug komen.
Tot laat in de 20ste eeuw kwam het vaak voor dat schilders meer kunstenaar dan restaurator waren. Hierdoor brachten ze vaak, zonder enige terughoudendheid, hun eigen inzichten in het te
herstellen kunstwerk.
Zo ziet u hieronder op de foto dat de jongeheer niet op een zwart paard stapt, maar op een ezel. Geen blauwe broek en rood bovenstuk, maar een beige broek en blauw bovenstuk draagt. Tevens lopen
er in de verte twee mensen die voorheen niet zichtbaar waren.